Lisette Verkerk in Peru

HZG 179 De rijkdom van Peru – deel 6

Kleurrijke rokbanden geïnspireerd op de landbouwterrassen in het Andesgebergte

De traditionele rok, kenmerkend voor de klederdracht van de vrouw in het Andesgebergte is niet alleen een functioneel kledingstuk maar door de diverse weeftechnieken die in de rok gebruikt worden bovenal een kunstwerk waarmee de vrouw haar weefvaardigheden laat zien, en daarmee haar kwaliteiten als vrouw.

rokband Huacahuasi rokband Patacancha rijkversierde rokbanden in Lares 2 geborduurde rokken in Tiracancha 2

Vruchtbaarheid
De basisrok is gemaakt van een open geweven schapenwollen stof. Aan de bovenkant wordt deze sterk geplooid aan een geweven band genaaid zodat het effect van een bolle buik ontstaat. De banden worden strak om het middel gewikkeld en doen dienst als riem. Door het aansnoeren van de taille, in combinatie met de vele meters stof, soms tot wel zes meter, komt de nadruk te liggen op de heupen. Brede heupen, een stevig achterwerk en een gewelfde bolle buik alsof de vrouwen voordurend zwanger zijn, stralen vruchtbaarheid uit. Dit is tevens wat een man in het Andesgebergte in een vrouw zoekt. Kinderen zijn immers noodzakelijk voor een echtpaar om te overleven in het harde bestaan. Ze helpen bij de dagelijkse karweitjes in en om het huis én er wordt van hen verwacht de ouders op latere leeftijd te verzorgen. Goede weefvaardigheden in combinatie met een vol, rond lichaam maken een vrouw tot een begeerlijke partner en vergroten haar kans op de huwelijksmarkt.

wasdag in Huacahuasi 2 verkoop onderrokken katoen 2 verkoop onderrokken gebreid 2 pollera ligt te drogen 2

Rokken over elkaar
Hoog in het Andesgebergte dragen de vrouwen meerdere rokken over elkaar heen. De onderrokken zijn van katoen en hebben vaak een prachtig kanten rand daarnaast zijn er ook gebreide onderrokken te koop op de lokale markt. Daaroverheen wordt de ‘pollera’ gedragen. Deze is gemaakt van een geweven schapenwollen stof, ‘bayeta’. Tegenwoordig is er ook industrieel geweven ‘bayeta’ op de markt deze is gemaakt van een synthetische draad. De hooglandindianen hebben de laatste jaren vaak de beschikking over stromend water. Vanuit de overheid zijn er projecten om de leef omstandigheden te verbeteren; eenvoudige hurktoiletten en wasbakken van beton zijn daar een voorbeeld van. In veel bergdorpen zijn deze voorzieningen echter nog niet aangelegd en zijn de hooglandindianen afhankelijk van het water uit de rivier of van een bergstroompje. Met de hand of dansend op blote voeten wassen de vrouwen de kleding in het ijskoude rivierwater. Op de foto van de wassende vrouw in de rivier is goed te zien dat de vrouw meerdere rokken over elkaar heen draagt. In haar onderrokken staat ze de was te doen. Haar truien en vesten liggen in haar omslagdoek alvast voor te weken in het stromende water. Drie polleras liggen mooi uitgewaaierd te drogen op de stenen, de vierde pollera is ze met de hand aan het wassen. In huis dragen de vrouwen oude kleding maar zodra ze het huis verlaten kleden ze zich om. Over de oude verschoten pollera wordt de nieuwste pollera gedragen, waarvan de stof nog intens van kleur is en waarin nog geen brandgaatjes zitten van het spetterende houtvuur.

Isolerende functie
Mooi aangekleed gaan de vrouwen naar de markt of bij hun buurvrouw op bezoek. Op zon – en feestdagen besteden de vrouwen extra aandacht aan hun uiterlijk; het haar wordt uitgebreid gekamd en gevlochten, ze dragen hun mooiste handgeweven omslagdoek die in de nek rechtopgezet wordt als een kraag en ze dragen extra rokken om nog voller en ronder te lijken. Daarnaast zijn de vele lagen stof erg praktisch omdat de luchtlaag tussen de rokken goed isoleert. Deze zelfde functie heeft de schors van de inheemse boomsoort Queuña die in het Andesgebergte voor komt op een hoogte van 3500 – 5000 meter. De schors is samengesteld uit meerdere dunne lagen die de stam van de boom beschermen tegen de ijzige kou door de lucht tussen de lagen schors.

Oorspronkelijk strikte regels
De lengte en versiering van de rok verschilt per regio. Het meest opvallend is de geweven band, ‘golon’, die de rok aan de onderkant siert. In de regio Lares wordt de rok relatief kort, tot op de knie gedragen. De zwarte bayeta is aan de onderkant afgezet met een breed geweven band, soms zo breed dat er maar weinig meer zichtbaar is van de zwarte stof. In het verleden was de golon rood / rood oranje van kleur. Tegenwoordig overheerst de rode kleur nog vaak maar vooral de jonge vrouwen, op zoek naar een partner leven zich volledig uit op de motieven en kleuren. Met als resultaat indrukwekkend geweven banden waarin vele felle kleuren verwerkt zijn in samengestelde geometrische figuren, maar ook dier – en mens figuren en zelfs met de naam van de weefster. Interessant is daarbij op te merken dat veel hooglandindianen en zeker de vrouwen vaak niet kunnen schrijven wat betekent dat ze iemand gevraagd hebben hun naam op te schrijven om zo na te kunnen weven.

In de regio Pisac is de geweven band relatief smal; de geometrische patronen zijn fijn en gedetailleerd geweven in felle kleuren. Opvallend is de zwarte bayeta die rijk versierd is met geborduurde patronen.
In de regio Ausangate en Chinchero is de band smal en eenvoudig van kleurgebruik en in de regio Santo Tomás, ten zuiden van de stad Cusco wordt de rok voorzien van een brede geappliceerde rand.

Vroeger was de traditionele klederdracht heel strikt per regio bepaald en was het zelfs verboden om je te kleden in de dracht van een andere regio. De hooglandindianen kleedden zich uitsluitend in de kleuren en met de dieren, vogels en planten die kernmerkend waren voor hun directe leefomgeving. Tegenwoordig leven vooral de jonge vrouwen zich volop uit in het kopiëren en combineren van de diverse kleding stijlen. De laatste jaren dragen de vrouwen in het bergdorp Huacahuasi bijvoorbeeld de rijk geborduurde rok kenmerkend voor de regio Pisac in combinatie met een breed geweven golon waarin ingewikkelde patronen verwerkt zijn, op het hoofd dragen ze naast de typische ‘montera’ ook de platte hoed, ‘lapha’ met een rand van fel gekleurde bayeta. Het is dus moeilijk meer te bepalen aan de hand van de kleding waar een vrouw vandaan komt.

weven van rokband 2 regio Pisac 2 kettingdraden van schapenwol 2

Weven van de golon
De banden worden geweven op een eenvoudig heupweefgetouw. De kettingdraden zijn gebruikelijk licht van kleur. Oorspronkelijk werd een hand gesponnen naturel schapenwollen draad gebruikt als kettingdraad. Tegenwoordig wordt er ook wel acryldraad gebruikt voor het opzetten van de ketting. Aan de rand worden enkele draden opgezet in een contrasterende kleur of juist in de basis kleur van de rokband, in de regio Lares, een rood/oranje. De kettingdraad wordt iets over twist. Als inslagdraad wordt acrylwol gebruikt die voor een mooi resultaat iets getwist wordt maar niet te veel omdat deze anders niet mooi vult. Het patroon ontstaat doordat verschillende kleuren inslagdraad de kettingdraden volledig bedekken. Hierbij werkt de weefster meestal aan de achterkant van het weefwerk, zo wordt voorkomen dat de aanhechtdraden zichtbaar zijn. Er ontstaat een zeer stevige en duurzame band.
Golones zijn gebruikelijk erg kleurrijk, en geweven in geometrische patronen die opgebouwd zijn uit ruitvormen. De ruitvorm wordt in de hevels geregen, soms met meerdere draden in een hevel. De hevel helpt de weefster de kettingdraden van boven naar beneden te bewegen. Door de hevels in een bepaalde volgorde op te nemen of te laten vallen, ontstaat de ruitvorm. De grote van de ruit varieert. Oorspronkelijk zijn de geometrische patronen geïnspireerd op de landbouw terrassen die zo kenmerkend zijn voor het landschap in het Andesgebergte maar tegenwoordig wordt er volop gecombineerd en gespeeld, met fantastische resultaten!

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 11 november 2013 om 21:48