HZG 177 De rijkdom van Peru – deel 4
Kindermutsjes in het Andesgebergte
Opvallend aan de traditionele klederdracht van de mannen in het hooggebergte van Cusco is de vaak vrolijk gekleurde chullomuts, de muts met oorkleppen. Gebreide mutsen zijn er in vele modellen, maten en soorten. Sommige zijn versierd met witte knoopjes, witte glaskraaltjes of met grote pomponnen zoals in de regio Ausangate. Maar één ding hebben de mutsen gemeen: ze beschermen de hooglandindianen tegen de ijzige kou in het Andesgebergte.
Het leven op vierduizend meter hoogte in het Andesgebergte in Peru is hard. Mist en kou teisteren de indianen die er wonen. Rood verbrande, schrale kinderwangen getuigen van het extreme verschil in temperatuur van dag en nacht. Peru ligt op het zuidelijk halfrond en dus begint de Peruaanse zomer als in Nederland de winter begint. Hoog in de Andes is het eigenlijk altijd koud. Het droge seizoen loopt van mei tot en met september en kent warme, droge dagen en koude nachten. Van oktober tot en met april is het de regentijd. De temperatuurverschillen die in de loop van één dag op kunnen treden zijn enorm. In dit extreme klimaat is het uiterst belangrijk om het hoofd goed te beschermen, overdag tegen de felle zon en eind van de middag en in de avond tegen de kou. Vandaar dat er een grote variëteit aan mutsen en hoeden bestaat zowel voor volwassenen als voor kinderen. In dit artikel bespreken we de uitbundig versierde mutsen voor pasgeboren baby’tjes en kinderen uit de bergdorpen ten noorden van de stad Cusco.
Gemeenschapsleven
In de bergdorpen hoog in de Andes staat het gemeenschapsleven, met als basis de sterke familiebanden, hoog aangeschreven. In de Peruaanse cultuur is de verwachting dat men samen werkt en zich sociaal gedraagt groot. Jongeren zijn genoodzaakt vaak tot latere leeftijd bij hun ouders te wonen, al dan niet met hun gezin. Ook de grootouders wonen vaak bij een van hun kinderen in huis. Het verzorgen van de ouders wordt dan ook als een belangrijke taak van de kinderen gezien.
De hooglandfamilies hebben doorgaans veel kinderen die van jongs af aan meehelpen met kleine dagelijkse klusjes in en om het huis; ze verzamelen gedroogde lamapoep om op te koken, halen water voor moeder, schillen de aardappels of weiden de dieren.
In de eerste levensperiode ontvangen de baby’tjes alle mogelijke moederliefde. Stevig ingepakt in dekentjes draagt moeder haar kindje op de rug. Zodra het huilt wordt het aangelegd aan de borst. Doorgaans wordt borstvoeding gegeven tot een jaar of twee of totdat er een nieuw baby’tje is. Dan is plotsklap de intense moederliefde voorbij en moet het kind voor zichzelf zorgen en leren overleven in het harde bestaan hoog in de bergen.
Gebreide en gehaakte mutsjes
Om het kwetsbare babyhoofdje te beschermen dragen de pasgeboren baby’s een eenvoudig gebreid zwart mutsje met kleine oorkleppen dat met een bandje of koordje onder de kin vastgemaakt kan worden.om vast te maken. Het mutsje is gitzwart, net het dikke haar van de Peruanen, het absorbeert zonlicht en houdt warmte vast.
Daarna gaan zowel de jongetjes als de meisjes een paco dragen, een rijk versierd gehaakt mutsje. Het wordt vanuit de kruin in het rondgehaakt. De basis is rood-oranje van kleur. Een flap, gehaakt in lange lussen, beschermt de nek tegen kou en felle zon. Maar het meest opvallend is de uitbundige versiering op de voorrand van het mutsje: twee of drie geschulpte randjes, met daar bovenop in banen naast elkaar, een rol in verschillende felle kleuren. Deze wordt opgezet op een spintol en er daarna in zijn geheel van afgehaald en met grote steken op het mutsje vastgezet. Door een aantal draden los te knippen gaan ze vrolijk springen. Vervolgens wordt het geheel uitbundig versierd met pomponnetjes of met meerdere gekleurde rollen.
Als de baby’s een paar maanden oud zijn komt hun hoofdje overdag af en toe voorzichtig uit de draagdoek en dragen ze een gorra, ook weer een zelfgemaakt mutsje. Deze wordt van de katoenen stof van oude onderrokkenrokken gemaakt. In de nek wordt een lange witte lap bevestigd tegen de kou. De voorrand is rijk versierd met geschulpte randen in allerlei kleuren. Deze liggen als bloemblaadjes om het hoofdje en beschermen zo het gezichtje tegen de felle zon. Traditioneel worden de mutsjes apart gedragen, afgestemd op de leeftijd en ontwikkeling van het kindje. Tegenwoordig worden de diverse mutsjes echter volop met elkaar gecombineerd.
Mode in de kindermutsjes
De gatito is een gebreid mutsje met twee pomponnen of oortjes bovenop. Eerder zag je dit type alleen in de dorpen in de vallei, maar tegenwoordig zijn ze ook steeds vaker te zien in de bergdorpen hoog in de Andes. De vrouwen zijn creatief en combineren vaak verschillende brei- en haaktechnieken. Soms versieren ze de voorrand van een mutsje met zowel de typisch geschulpte randjes van de paco als de pomponnetjes van de gatito.
Meisjes in het bergdorp Huacahuasi gaan met een jaar of vijf een montera of lapha dragen. Het geweven bandje dat de hoed op het hoofd houdt, wordt doorgaans versierd met witte glaskraaltjes. De jongens gaan na de paco een chullomuts dragen met ingebreide patronen van dieren, bloemen, sterren, historische en geometrische figuren, geïnspireerd op de natuurlijke leefomgeving. Hier overheen dragen ze een pet of zonnehoedje.
De draagdoeken zijn tegenwoordig vaak industrieel gemaakt en zijn dunner en soepeler dan de doorgaans wat stijve handgeweven omslagdoeken. Voordeel is dat de doek steviger vastgeknoopt kan worden en het kindje dus veiliger gedragen wordt.
Bekijk het artikel en de foto’s
Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 1 juni 2013 om 22:55